Heb je wel eens na lang douchen in de spiegel van de badkamer naar jezelf gekeken? Niets te zien toch? Ja de vage kleurcontouren in een dikke mist. Daar is ongeveer je haar, daar ongeveer je ogen. Maar er is geen detail meer te zien. Je raakt niet in paniek. Je twijfelt niet aan je zicht. Je weet dat je hoofd niet opeens is verdwenen, vervangen door een mist wolk. Je snapt wat er gaande is: de spiegel is beslagen. Meer niet. Met een ferme zwiep van je handdoek over het glas kijk je jezelf even helder recht in de ogen. Al beslaat het meteen weer. Het is er. Alles in orde.
Ik ben een week voor mijn eerste try-out.
Het is niet mijn eerste voorstelling. Ik heb al negen keer een werkproces meegemaakt.
Nooit gaat het hetzelfde. Elk werkproces is uniek.
Altijd is er de twijfel, dat wel. Zeker als je, zoals ik, improviserend voor publiek je materiaal moet ontdekken. Soms heb ik al heel snel zicht op wat het gaat worden. Heb ik heldere steekwoorden op kaartjes die heldere conferences vertegenwoordigen. Soms heb ik tot de aanvang van de eerste try-out geen idee wat het moet worden en is er de paniek dat er een mist wolk is neergedaald waar mijn hoofd had moeten zitten. En soms zie je niets maar weet je in vertrouwen dat het ergens achter de nevel verscholen is. Dan is het alleen zoeken naar de handdoek die de damp van het glas veegt.
Dit keer is het de laatste soms.
Ik voel de sfeer en de beelden vlakbij. Alsof je de parfum van een vrouw al ruikt nog voor je haar ziet. Maar dit keer kan ik niet met een ferme zwaai van een handdoek de boel helder trekken. Ik zal moeten wachten tot de damp vanzelf van de spiegel trekt.
En hoop dat het try-out publiek mij hun geduld zal geven om me te laten zoeken.